Om het gebruik van fietsen voor woon-verkeer te stimuleren, kunnen ondernemingen bepaalde kosten volledig aftrekken als beroepskost (art. 64ter, lid 1, 3° WIB92 en art. 190bis WIB92). Dit omvat kosten voor de aanschaf, het onderhoud en de reparatie van fietsen, alsook de aanschaf, bouw of verbouwing van onroerend goed voor fietsenstallingen, kleedruimtes of sanitair die beschikbaar worden gesteld aan personeel of bedrijfsleiders.
Onder fietsen vallen zowel klassieke als elektrische fietsen, koersfietsen, mountainbikes, citybikes, bakfietsen, vouwfietsen, speedpedelecs, aangepaste fietsen voor mindervaliden.
Vooraleer we de diverse voordelen opsommen zijn er belangrijke aandachtspunten:
- Bedrijfsfietsen moeten daadwerkelijk voor woon-werkverkeer worden gebruikt.
- De vennootschap blijft eigenaar van de fiets.
- Bewaar facturen en onderliggende bewijsstukken voor de boekhouding.
- Geen belastbaar voordeel voor de werknemer of bedrijfsleider wanneer de fiets daadwerkelijk (deels) wordt gebruikt voor woon-werkverkeer én er geen werkelijke beroepskosten worden doorgegeven binnen de aangifte personenbelasting. De beroepskosten moeten forfaitair bepaald zijn.
- Een fietsvergoeding van 0,35 euro per kilometer kan uitbetaald worden voor het inkomstenjaar 2024, beperkt tot een maximum van 3.500,00 euro per jaar. RSZ- en belastingvrij.
- Zowel de bedrijfsfiets als de toebehoren zijn 100% aftrekbare beroepskosten. De bedrijfsfiets wordt lineair over minimaal drie jaar afgeschreven. Onderhoudskosten mogen onmiddellijk als kosten worden verwerkt binnen de boekhouding.
BTW is niet aftrekbaar wanneer de fiets louter voor woon-werkverkeer en privé gebruik bestemd is. Wordt de bedrijfsfiets ook voor zakelijke verplaatsingen gebruikt dan is enige BTW aftrek mogelijk. Het beroepsgebruik is aan te tonen met concrete, feitelijke bewijzen.
Voor fietsherstellingen geldt een gesplitst btw-tarief: 6% op werkuren en 21% op onderdelen.
Vanaf inkomstenjaar 2024 moet het voordeel van de bedrijfsfiets vermeld worden op de fiscale fiche. Deze nieuwe verplichting geldt voor bedrijfsfietsen die door de werkgever zijn aangekocht voor woon-werkverkeer, maar ook voor bedrijfsfietsen die via leasing in een cafetariaplan of flexibel verloningsplan verstrekt worden en voor deelfietsen waarvan het contract op naam van de werkgever staat.
Het voordeel, dat verplicht vermeld wordt op de fiche 281.10 (werknemer) en 281.20 (bedrijfsleider), is enkel vrijgesteld als de bedrijfsfiets wordt gebruikt voor woon-werkverkeer en als de werknemer/bedrijfsleider kiest voor de forfaitaire aftrek van beroepskosten.
Deze nieuwe ficheverplichting maakt dat de fiscus eenvoudig het voordeel kan toevoegen aan de belastbare inkomsten als blijkt dat werkelijke beroepskosten in mindering worden gebracht binnen de aangifte personenbelasting. Dit vanaf inkomstenjaar 2024.
Het ‘voordeel’ dat op de fiscale fiche wordt vermeld, omvat zowel het bedrag van de fietsvergoeding als het voordeel alle aard van de bedrijfsfiets. Dit voordeel van alle aard wordt bepaald op basis van de werkelijke waarde.
Het vaststellen van deze werkelijke waarde is complex en kan tot discussies leiden.
Bij het bepalen van de werkelijke waarde moet rekening worden gehouden met factoren zoals het type fiets, bijhorende accessoires en diensten zoals verzekering, onderhoud en herstellingen. Daarnaast moet ook gekeken worden naar de beschikbaarheid van de fiets voor de gebruiker, of deze permanent of beperkt is.
Om het voordeel van alle aard (VAA) van een bedrijfsfiets te bepalen, kunt u de volgende methoden gebruiken:
-
- Leasefiets: Voor een geleasede fiets kunt u uitgaan van de leaseprijs inclusief btw.
- Aangekochte fiets: Voor een aangeschafte fiets wordt het VAA berekend op basis van de aankoopprijs van de fiets en de toebehoren, gespreid over vijf jaar (de economische levensduur van de fiets). Hierbij worden ook de kosten van de herstellings- en onderhoudsovereenkomst toegevoegd.
Dit zijn mogelijke berekeningen en kunnen variëren afhankelijk van specifieke omstandigheden.
Het voordeel dat op de fiscale fiche moet worden vermeld, kan jaarlijks, maandelijks of trimestrieel worden gerapporteerd.
Heeft u vragen? Neem gerust contact op met onze accoutancy & tax adviseurs.